direct naar inhoud van 4.11 Kabels, leidingen en straalpaden
Plan: Asten Dijkstraat 61 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02012008-VS01

4.11 Kabels, leidingen en straalpaden

4.11.1 Inleiding

Ruimtelijk relevante leidingen en straalpaden worden op de plankaart en in de planvoorschriften geregeld. Leidingen met ongevaarlijke stoffen zoals hoofdwatertransportleidingen, afvalwatertransport-/rioolpersleidingen zijn in beginsel niet opgenomen in het bestemmingsplan, tenzij door de leidingbeheerder de noodzaak voor opname is aangetoond. Een vereiste voor opname in het bestemmingsplan is dat de opgave van de ligging van de leidingen op digitale wijze dient te geschieden. Dit in verband met het bepalen van de exacte ligging.

4.11.2 Gas-, olie-, brandstof- of watertransportleidingen en hoogspanningskabels

Bij brief van 3 oktober 2005 van het ministerie van VROM aan de Gasunie geeft het ministerie het volgende aan: "Ten aanzien van de risiconormering voor buisleidingen gelden de uitgangspunten van het externe veiligheidsbeleid. Deze uitgangspunten liggen onder meer vast in het Vierde Nationaal Milieubeleidsplan en voorzien in het bieden van een basisveiligheidsniveau door het stellen van een grenswaarde aan het plaatsgebonden risico en een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico. Het beleid gaat daarbij uit van het op termijn opheffen van het onderscheid tussen bestaande en nieuwe situaties, maar houdt daarbij wel rekening met de haalbaarheid, uitvoerbaarheid en betaalbaarheid van maatregelen. Deze beleidslijn is voor inrichtingen inmiddels wettelijk vastgelegd."

In de circulaire "Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen" van het ministerie van VROM, vastgesteld op 26 november 1984, is de zonering langs hogedruk transportleidingen aangegeven met als doel zowel voor de leidingeigenaar als de ruimtelijk ordenaar de risicoruimte vast te stellen. In onderhavig plangebied komen geen gastransportleidingen voor die onder het bereik van genoemde circulaire vallen.

Er liggen verder geen andere hoofdleidingen voor olie, brandstof of water en geen hoogspanningsleidingen in of nabij het plangebied die een planologisch-juridische beschermingszone hebben.

4.11.3 Obstakelbeheer- en radarverstoringsgebied

Radarverstoringsgebied

Over het plangebied is een zogenaamd radarverstoringsgebied gelegen. Dit gebied dient om het ongestoord functioneren van radar- en communicatieapparatuur op het militaire luchtvaartterrein Volkel te waarborgen. Het radarverstoringsgebied betreft een cirkel met een straal van 15 Nautische mijl (27,8 km) gemeten vanaf de positie van de radar. Binnen dit gebied dient voor ieder obstakel hoger dan 65 m boven NAP tov de positie van de rader berekend te worden of verstoring van de radar optreedt.

Nu het plangebied op 23 meter boven NAP ligt en de regels bebouwing met een hoogte van 40 meter of meer niet mogelijk maken, zal dit bestemmingsplan niet tot gevolg hebben dat communicatieapparatuur verstoord wordt.


Laagvlieggebied 

Het plangebied ligt tevens binnen het laagvlieggebied De Peel. De regeling voor laagvliegroutes en –gebieden is vastgelegd in de “regeling VFR-nachtvluchten en minimum vlieghoogten voor militaire luchtvaartuigen”. Krachtens deze regeling is het piloten van propellorvliegtuigen en helikopters toegestaan om binnen de begrenzingen van deze laagvlieggebieden en –routes op een minimumhoogte van 30 meter boven hindernissen te vliegen, dan wel lager dan 30 meter, indien de opdracht dit vereist. In het kader van de vliegveiligheid beoogt het Ministerie van Defensie het oprichten van obstakels als windturbines of (telecommunicatie)masten in de laagvliegroutes en laagvlieggebieden zoveel mogelijk tegen te gaan.

Aangezien er binnen dit bestemmingsplan geen hoge bouwmogelijkheden worden geboden in het laagvlieggebied zijn hier verder geen beperkingen voor opgenomen.

Het radarverstoringsgebied noch het laagvlieggebied zijn dan ook op de plankaart of in de regels opgenomen.