direct naar inhoud van 4.8 Flora en fauna
Plan: Asten Dijkstraat 61 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02012008-VS01

4.8 Flora en fauna

De Flora- en faunawet heeft tot doel in het wild levende plantten en dieren te beschermen met het oog op de instandhouding van soorten. Om de instandhouding van de wettelijke beschermde soorten te waarborgen, moeten ze negatieve effecten op de instandhouding voorkomen worden. Welke soorten beschermd zijn, staat in de Flora- en faunawet en diverse besluiten en regelingen ter uitwerking daarvan. Beschermde soorten kunnen overal voorkomen. Bij de totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan waarbij functies gewijzigd worden, moet worden voorkomen dat conflicten met Flora- en faunawet ontstaan en dient dus vooraf een beoordeling in het kader van de Flora- en faunawet plaats te vinden.

Vanwege de voorgenomen bouw van een Ruimte voor ruimte woning aan de Dijkstraat zijn er mogelijk negatieve effecten op beschermde planten- en/ of diersoorten. Om hiervan een beeld te krijgen is een quick scan uitgevoerd. Doel van de quick scan is de (mogelijke) aanwezigheid van beschermde soorten flora en fauna vast te stellen en op grond hiervan in te schatten of de geplande maatregelen invloed hebben op de beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. In het kader van het verkennend onderzoek naar beschermde flora- en faunasoorten ter plaatse is de databank van het Natuurloket geraadpleegd. Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar, die voor geheel Nederland per vierkante kilometer gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van gespecialiseerde organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna. Door Oko-care is een ecologische quickscan uitgevoerd in het kader van de flora en faunawet. Het onderzoek is als bijlage toegevoegd met kenmerk RF0051B daterende van 16 oktober 2012


Naar aanleiding van vernoemd onderzoek kan worden geconcludeerd dat de realisatie van de woning geen effect heeft op het voortbestaan van de aanwezige beschermde planten, dieren, leefgebieden en levensgemeenschappen in en om het gebied. Redenen hiervoor zijn de grote afstand tot vogel- en habitatrichtlijngebieden en het ontbreken van beschermde plant- en diersoorten in de huidige situatie ter plaatse. Bovendien worden op de locaties intensieve functies gesaneerd en worden hiervoor in de plaats minder intensieve functies gerealiseerd. De locatie is momenteel geheel aangewezen als agrarisch bouwblok en de oppervlakte aan bebouwing neemt per saldo af. De bebouwing die ter plaatse aanwezig is, is goed onderhouden en biedt geen habitatmogelijkheden voor diersoorten. In dat kader zijn er dan ook geen beperkingen inzake het oprichten van de woning. Derhalve is ter plaatse geen ontheffing of nader onderzoek noodzakelijk.


Door de directe relatie tussen de bouw van de woning en de sanering van de huidige aanwezige intensieve veehouderij in de bebouwingsconcentratie zal ter plaatse tevens een grote milieuwinst ontstaan. Betreffende milieuwinst komt met name ten goede van de omgeving van het plangebied en zal algehele zin een meerwaarde opleveren voor de aanwezige en (potentiƫle) flora en fauna in het gebied.