| Plan: | Buitengebied Asten 2016 |
|---|---|
| Status: | voorontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0743.BP02016002-VO01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0743.BP02016002-VO01 van de gemeente Asten.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een uitbreiding van het hoofdgebouw, die wat afmetingen betreft ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van het hoofdgebouw zoals garages, hobbyruimten, schuurtjes, huishoudelijke berg- en werkruimten en tuinhuisjes.
de uitoefening van een beroep aan huis op administratief, juridisch,medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, waarbij er geen sprake is van een verkeersaantrekkende werking en de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt; kappers, schoonheidsspecialisten vallen vanwege de verkeersaantrekkende werking niet onder het begrip aan huis verbonden beroep.
gebieden met waardevolle aardkundige elementen met betrekking tot reliëf en bodem die een bepaalde (beperkte) mate van bescherming genieten.
een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van landbouwdieren. Onder agrarische bedrijven worden tevens begrepen boomteeltbedrijven, sierteeltbedrijven en paardenhouderijen.
een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden en/of (medisch) verzorgen van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestverwerking, zoals: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven (inclusief verhuurbedrijven van landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven en veehandelsbedrijven.
een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, zoals: dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, stalhouderijen, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs en proefbedrijven.
door een overheid vastgesteld kader voor de wijze waarop zij wil omgaan met haar zorgplicht ten aanzien van archeologische waarden op haar grondgebied.
gebied of terrein van zeer hoge archeologische waarde dat van rijkswege of van gemeentewege is beschermd.
professioneel archeoloog die voldoet aan de kwalificaties van de geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
gebied met behoudenswaardige archeologische waarden.
de kaart met de ruimtelijke presentatie vastgesteld door de gemeenteraad op 6 juni 2011 en afgeleid van de archeologische verwachtingen- en waardenkaart zoals die geldt op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerpplan.
aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
oudheidkundige waarden, in de vorm van archeologische relicten in hun oorspronkelijke context. Zowel grote complexen / structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid.
één of meer gebouwen en/of één of meer bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, dan wel een vlakvormige verzameling van gebouwen bij een kruispunt van wegen in het buitengebied, veelal met een historisch gegroeide menging van kleinschalige buitengebied- en niet-buitengebiedfuncties.
een nevenactiviteit met als doel het verstrekken van logies en ontbijt, door het beschikbaar stellen van slaap- en sanitaire ruimten, aan steeds wisselend publiek dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse verblijft. Onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
handelingen en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van de uitoefening van een bedrijf.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
een woning, in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk moet worden geacht.
bebouwing, zoals die bestaat, of rechtens mag bestaan, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan.
het gebruik van grond en opstallen, zoals dat bestaat op het tijdstip dat het plan of planonderdeel rechtskracht heeft gekregen.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bestuursorgaan dat ingevolge de Wabo bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat zich daarvan door zijn constructie of geringere afmetingen visueel onderscheidt.
het vergisten van dierlijke mest en andere organische (afval)stromen waardoor biogas ontstaat, dat kan worden gebruikt als energievoorziening.
alle grondwerkzaamheden / activiteiten die een bodemverstorende werking kunnen hebben op het aanwezige archeologisch bodemarchief.
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie.
Besluit van 7 augustus 2001, houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen van bouwwerken uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu.
een ruimtelijke eenheid, waarbinnen de bebouwing en de voorzieningen ten behoeve van een bestemming worden geconcentreerd.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge het planologisch regiem gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
instrument waarin maatregelen zijn benoemd ter bevordering van de transitie naar zorgvuldige veehouderij voor individuele bedrijven, zoals toegepast door de provincie Noord-Brabant.
voorziening ten behoeve van de golfsport met inbegrip van een kleinschalige horecagelegenheid, detailhandelsvoorziening, vergader- en kantooraccommodaties gerelateerd aan de golfsport, alsmede bergings- en stallingsruimte.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied, zoals dat onder meer tot uitrdukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan. Huifkarren worden hier mede onder begrepen.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het rulle of vaste deel van dierlijke mest dat ontstaat bij scheiding van deze mest of van digestaat in een dik en een dun deel, bijvoorbeeld door mechanische scheiding, gescheiden opvang van mest en urine, bezinking of een strofilter.
een plek waar geoefend kan worden met de lange slagen van het golfspel, welke zich bevindt op het terrein van een golfbaan. Met uitzondering van het afslagpunt dat dient te zijn gesitueerd binnen het bouwvlak van het clubhuis mag de driving range uitsluitend worden gebruikt voor extensieve recreatie.
samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
zone die dienst doet als verspreidingsgebied respectievelijk migratieroute voor planten en dieren tussen verschillende natuurgebieden. Aanleg van verbindingszones heeft als doel barrières tussen deze gebieden op te heffen.
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.
die vormen van natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen die aansluiten bij het agrarisch bedrijf of bij de natuur- en landschapsbeleving van het landelijk gebied.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de gebruiksoppervlakte als bedoeld in het Bouwbesluit.
multifunctionele gebruiksruimte, gelegen buiten bestaand stedelijk gebied, buiten de ecologische hoofdstructuur en buiten de groenblauwe mantel.
agrarische bedrijven met een grondgebonden bedrijfstak en een intensieve veehouderijtak.
de vorm van het landschap, ontstaan door geologische processen en beïnvloed door menselijk handelen.
een bedrijf, dat is gericht op het telen van gewassen door in hoofdzaak gebruik te maken van permanente kassen of tunnels.
terrein waarop het golfspel gespeeld wordt zijnde een balspel waarbij een kleine, harde bal met een golfclub van de tee (afslagplaats) weggeslagen wordt in de richting van een met een vlag gemarkeerd punt, alwaar het in zo min mogelijk punten (slagen + fouten) in een putje (hole) dient te belanden. De golfsport wordt beschouwd als extensieve recreatie.
een activiteit van een dag of meerdere dagen waarbij de deelnemers specifieke kennis meekrijgen over het bedrijven van de golfsport.
wedstrijd op een golfbaan waaraan alleen wordt deelgenomen door de leden van de golfclub die vast gebruik maakt van de betreffende golfbaan.
in de Verordening ruimte als zodanig aangewezen gebieden die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur, de ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen, en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water.
een gebouw bestemd voor verblijfsrecreatie door meerdere personen in groepsverband.
veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie.
eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe.
het verplaatsen van een bestaand agrarisch bedrijf van het ene agrarisch bestemmingsvlak naar een ander agrarisch bestemmingsvlak.
een gebouw waarbinnen hobbymatig activiteiten worden uitgeoefend, niet zijnde recreatief dag- en nachtverblijf.
gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse, het bedrijfsmatig bieden van hotel- of groepsaccommodatie of het bedrijfsmatig bieden van feest-, congres- of vergaderfaciliteiten, één en ander al dan niet in combinatie met elkaar.
een bedrijf dat is gericht op het kweken en verkopen van planten en siergewassen en het aanleggen en onderhouden van tuinen en andere groenvoorzieningen.
het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos.
het huisvesten in tijdelijke dan wel (semi-)permanente voorzieningen van buitenlandse werknemers, die in verband met een grote (tijdelijke dan wel structurele) arbeidsbehoefte gedurende een periode werkzaam zijn op een agrarisch bedrijf, voorzover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;
het in een gebouw bergen van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals (antieke) auto’s, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel en/of worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf.
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen.
het gelegenheid geven tot het houden van recreatief nachtverblijf in gebouwen deel uitmakend van een agrarisch bedrijf dan wel een voormalig agrarisch bedrijf.
tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geen omgevingsvergunning vereist is. Een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
standplaats voor één of een aantal bij elkaar horende kampeermiddelen.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief verblijf.
gebouwen waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
rundvee, pluimvee (kippen, eenden, ganzen, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels e.d.), varkens, schapen, geiten, pelsdieren, konijnen, paarden, wormen e.d., consumptievissen (meerval, forel, paling, zeebaars, zeebrasem, tilapia e.d.).
de verzameling van landschappelijke beplantingen en natuurelementen.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport. De jachtsport wordt hier niet onder begrepen.
het bedrijfsmatig verschaffen van tijdelijk onderdak aan personen, waarbij er sprake is van een pensionhouder dan wel een aanspreekpunt bij calamiteiten.
een bedrijf dat - voornamelijk met behulp van verplaatsbare werktuigen - diensten verleent aan agrarische bedrijven, hetzij in verband met de bodemcultuur, hetzij ter uitvoering van grondwerkzaamheden.
educatieve, medische, religieuze, sociale en culturele doeleinden.
een recreatief bedrijf dat hoofdzakelijk op eigen terrein binnen of buiten een gebouw gelegenheid biedt tot het beoefenen van de paardensport en al dan niet mogelijkheden biedt voor het verblijf en de verzorging van paarden.
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op fysiek, psychisch en-of sociaal vlak.
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest.
een kleinschalig kampeerterrein als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of een burgerwoning.
een verzamelnaam voor natuur waarin oppervlaktewater een rol speelt. De natte natuur kan geconcentreerd zijn in één gebied, maar kan ook een deel zijn van een natuurgebied, bijvoorbeeld een paddenpoel in een heidelandschap, of een meanderende beek in een bos. Het natuurgebied De Groote Peel is op grond van het Reconstructieplan De Peel (29 juli 2005) aangewezen als attentiegebied ecologische hoofdstructuur en dient als zodanig in dit bestemmingsplan te worden beschermd.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
aantal m2 kasoppervlakte.
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwblok of bestemmingsvlak.
het geheel, dan wel in overwegende mate overstappen van een van de volgende agrarische bedrijfsvormen in een andere, ook in de opsomming genoemde bedrijfsvorm:
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren.
het bebouwde (bruto) oppervlak als het gaat om bovengrondse ontwikkelingen en het oppervlak van een bodemingreep vanaf maaiveld als het gaat om bodemingrepen in het kader van de procedure omgevingsvergunning.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie wanden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als gebouw.
een uit bedrijfseconomisch oogmerk opgezette houderij voor paarden die uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het fokken, trainen, africhten en verhandelen van paarden, waarbij tevens als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan het geven van instructie aan ruiter en paard. Hierbij zijn publieks- en/of verkeersaantrekkende activiteiten niet toegestaan.
de Nota Parkeernormen Gemeente Asten 2011 waarin het gemeentelijke beleid verwoord is ten aanzien van parkeren.
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten (niet aan passanten).
een van oorsprong agrarische bedrijfswoning die is gelegen binnen een agrarisch bouwblok en die gebruikt mag worden door derden die geen functionele relatie hebben met het agrarisch bedrijf dat ter plaatse nog wordt uitgeoefend.
die vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik.
een gebouw dat dient als recreatief woon/nachtverblijf voor gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben.
een terrein voor het plaatsen of geplaatst houden van recreatiewoningen.
bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht een omgevingsvergunning is vereist.
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar in bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een caravan, of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen, die dient of kan dienen tot woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen, die het hoofdverblijf elders hebben.
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief het ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mesn aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormd beeld.
producten, gemaakt met grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en/of volgens streektraditie geteelde producten, en/of producten die volgens een specifieke bereidingswijze of receptuur van een bepaalde regio worden geproduceerd.
voorzieningen in, op of boven de grond, die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten alsmede in volkstuinen worden gebruikt om de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden te laten plaatsvinden.
Te onderscheiden zijn de volgende categorieën:
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten, voorzover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering.
een klein vrijstaand gebouw, zonder eigen sanitaire voorzieningen, bestemd voor verhuur voor recreatieve doeleinden in de vorm van verblijfsrecreatie aan steeds wisselende wandelaars, fietsers, ruiters, kanoërs of autogebruikers, waarbij verhuur aan dezelfde personen maximaal 3 dagen/nachten mag zijn.
een bedrijf dat is gericht op het telen en voornamelijk verkopen van planten en siergewassen, alsmede het verkopen en leveren van andere goederen en materialen voor het aanleggen, onderhouden of verfraaien van tuinen.
een werk of bouwwerk voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend materiaal en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
vestiging van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling waarbij gebruik wordt gemaakt van een bestaand bestemmingsvlak of bouwvlak waarbinnen het bestemmingsplan het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 200 m2 toestaat.
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie / logeergebouw, pension, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
Verordening ruimte 2014 (per 15-7-2015) van de provincie Noord-Brabant.
in de Verordening ruimte als zodanig aangewezen gebied waar nieuwvestiging van en omschakeling naar glastuinbouwbedrijven mogelijk is.
de totale oppervlakte, gemeten op vloerniveau, die voor een functie wordt gebruikt.
waarden die worden bepaald door de aanwezigheid van bijzondere vogels (ganzen) en in samenhang met hun leefomgeving (biotoop), wat beschouwd wordt als natuurlijk, zeldzaam en kenmerkend voor het betreffende gebied.
grond waarop, anders dan ten dienste van een agrarisch bedrijf, op kleine schaal voedings- en/of siergewassen worden geteeld en voornamelijk ten eigen behoeve.
een agrarisch bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht en waarvan de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is verzekerd.
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d.
een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde watergang.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, dan wel voor de huisvesting van maximaal 10 personen, die geen gezamenlijk huishouden vormen maar wel gezamenlijk gebruik maken van de voorzieningen als ware het één huishouden. In het laatste geval dient sprake te zijn van een gebruiksoppervlakte van minimaal 12 m2 per persoon mits rookmelders zijn geplaatst conform woonfunctie nieuwbouw Bouwbesluit 2012 en in de keuken een goedgekeurde brandblusser is geplaatst. Binnen een woning is sprake van één zelfstandige wooneenheid.
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met in de bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten, die samen een geïntegreerde eenheid (bouwkarakteristiek waarbij woon- en bedrijfsgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn) vormen.
een zelfstandig verplaatsbaar gebouw, bestaande uit 1 bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen, niet zijnde een (sta)caravan.
een (deel) van een gebouw geschikt ten behoeve van wonen, waarin een zelfstandig huishouden kan worden gevoerd doordat elke eenheid beschikt over de daartoe strekkende voorzieningen (sanitair, kookgelegenheid en dergelijke).
Indien krachtens dit plan een meting moet worden verricht, dan moet de volgende wijze van meten worden toegepast:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op het bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de kortste afstand tot de werkelijke as van de weg (rijbanen).
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de (denkbeeldige) buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Ten behoeve en uitsluitend in het geval van het bepalen van de oppervlakte in relatie tot archeologie, wordt deze oppervlakte met 10% vermeerderd ten behoeve van kabels en leidingen, marge bouwput en dergelijke.
vanaf het peil / maaiveld tot aan het diepste punt van de ingreep.
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, luchtwassers, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming, met dien verstande dat:
Voor het oprichten van bouwwerken, geldt het volgende:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 3 m. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 3.6.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 3.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de doeleinden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
| criteria voor vergunningverlening | |
| het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden |
| het aanleggen van waterbassins / waterbergingen | 1. de aanleg van het waterbassin / waterberging is noodzakelijk in het kader van agrarische bedrijfsvoering; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden. Aantasting kan worden voorkomen door zorgvuldige inplanting; 3. er mag geen aantasting plaatsvinden van de verkeersveiligheid ter plaatse. Dit betekent dat de afstanden die voor de bebouwing ten opzchte van de weg zijn voorgeschreven in 3.2.2 dienen te worden aangehouden |
| het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | 1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - beschermingszone attentiegebied ecologische hoofdstructuur': 1. het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 30 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; 2. de aanleg van drainage of het verlagen van de drainagebasis; 3. het verlagen van de waterstand door de aanleg van beregeningsinstallaties; 4. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk |
de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast |
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' (artikel 4) ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van het bestemmingsvlak van de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' in combinatie met de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 4.6.2. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Recreatie' (artikel 14) teneinde een camping toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, waarbij de volgende regels gelden:
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| bedrijfsgebouwen algemeen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| oppervlakte bedrijfsbebouwing per specifieke aanduiding | ||
| aanduiding | maximale bebouwde oppervlakte in m2 | |
| specifieke vorm van bedrijf - agrarisch loonbedrijf 4 (Dijkstraat 72) | 2.360 | |
| kassen | min. | max. |
| goothoogte | n.v.t. | 7 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| afstand tot woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. |
| bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| inhoud | maximaal 750 m3 (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam / bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|
| vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m2 |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 1,5 m | 25 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| bouwhoogte mestbassins | 8,5 m |
| bouwhoogte voedersilo's en watersilo's | 15 m |
| bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
| bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
| oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
| bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
met dien verstande dat:
en waarbij geldt dat herbouw van bestaande bedrijfswoningen uitsluitend is toegestaan indien en voor zover:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg en/of de voorgeschreven minimum afstand tot een perceelsgrens te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 teneinde:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 teneinde herbouw van de bedrijfswoning buiten de bestaande fundamenten toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 teneinde herbouw van een cultuurhistorisch waardevol pand toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien op grond van het bepaalde in artikel 4.5.3 omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan wordt verleend ten behoeve van het toestaan van veevoerproductie ten behoeve van derden als nevenactiviteit bij het agrarisch bedrijf, dan gelden ten aanzien van de toegestane bebouwing daartoe de volgende bepalingen:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van:
In afwijking, en voorzover van toepassing, van het bepaalde onder 4.1 gelden ten aanzien van bedrijfswoningen de volgende bepalingen:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep als bedoeld in 4.1 is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technisch hulpbedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning als bedoeld in 4.1 afwijken teneinde als nevenactiviteit bewerking van mest en/of de opslag van mest voorzover het producten van derden betreft. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning als bedoeld in 4.1 afwijken teneinde als nevenactiviteit veevoerproductie ten behoeve van derden toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 teneinde - bedrijfsmatige - nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlening op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf, bed & breakfast-voorzieningen en dergelijke toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuis, ambachtelijke ijs- of kaasmakerij, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities e.d., toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 teneinde een grotere vloeroppervlakte ten behoeve van inpandige statische opslag toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder e. en f. ten behoeve van huisvesting van arbeidsmigranten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor maximaal 5 jaar. Door de aanvrager dient te worden aangegeven hoe de huisvesting van arbeidsmigranten na deze 5 jaar zal worden opgelost in permanente voorzieningen.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder b. ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen teneinde (gedeeltelijke) omschakeling toe te staan van een agrarische bedrijfsvorm, niet zijnde een paardenhouderij, naar een paardenhouderij, door middel van het toekennen van de aanduiding 'paardenhouderij' aan de desbetreffende gronden. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' (artikel 3) dan wel de bestemming 'Agrarisch met waarden' (artikel 6) ten behoeve van verkleining en/of vormverandering van het bestemmingsvlak van de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' niet zijnde een intensieve veehouderij, in combinatie met de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 3.7.1 dan wel 6.7.1. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 18) waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 18) waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij in twee woningen - door woningsplitsing - kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - Agrarisch verwant' (artikel 8) teneinde een agrarisch verwant bedrijf dan wel een agrarisch technisch hulpbedrijf toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 18) met de aanduiding 'opslag', teneinde - naast het gebruik ten behoeve van de woonfunctie - hergebruik van de bedrijfsbebouwing toe te kunnen staan voor inpandige statische opslag. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Recreatie' (artikel 14) teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan van dag- en verblijfsrecreatieve activiteiten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Recreatie' (artikel 14) teneinde een camping toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' (artikel 7) teneinde gebruik van de aanwezige bebouwing toe te staan voor niet-agrarische bedrijven. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van gronden zodanig wijzigen, dat het oprichten van teeltondersteunende kassen (niet zijnde een glastuinbouwbedrijf) van meer dan 1.000 m2 kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeetser en wethouders kunnen de bestemming van gronden wijzigen in de bestemming 'Logies', waarbij uitsluitend de vestiging van logies is toegestaan ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten (VAB-vestiging), alsmede in de bestemming 'Agrarisch' (artikel 3), 'Agrarisch met waarden' (artikel 6), 'Bos' (artikel 9) en/of 'Natuur' (artikel 13). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' toe te kennen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouwgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, waarbij de volgende regels gelden:
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| bedrijfsgebouwen algemeen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 7 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| kassen of hoge tunnels | min. | max. |
| goothoogte | n.v.t. | 7 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 9 m |
| afstand tot woningen (anders dan eigen bedrijfswoning) | 25 m | n.v.t. |
| bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| inhoud | maximaal 750 m3 (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam / bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|
| vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m2 |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 1,5 m | 25 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
| bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
| oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
| bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 12,5 m |
waarbij geldt dat herbouw van bestaande bedrijfswoningen uitsluitend is toegestaan indien en voor zover:
waarbij ten behoeve van de van landschappelijke kwaliteitsverbetering en landschappelijke inpassing aan het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende voorwaardelijke verplichting wordt gesteld:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg en/of de voorgeschreven minimum afstand tot een perceelsgrens te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde voor de bedrijfsgebouwen (inclusief kassen) een hogere goot- en bouwhoogte toe te kunnen staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde herbouw van de bedrijfswoning buiten de bestaande fundamenten toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde herbouw van een cultuurhistorisch waardevol pand toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van:
Bij de inrichting van de, bij één bedrijf behorende, gronden dient te worden voldaan
aan de volgende normen:
Ter plaatse van de aanduidingen ‘specifieke vorm van agrarisch - nieuwvestiging glastuinbouw’ respectievelijk ‘specifieke vorm van agrarisch - landschappelijk ingepaste glastuinbouw’ is het gebruik van bedrijfsgebouwen, kassen, hoge tunnels en andere bouwwerken ten behoeve van gietwater- en/of regenwaterpiekberging uitsluitend toegestaan, indien binnen 1 jaar na verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen landschappelijke beplanting wordt aangebracht en in stand wordt gehouden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van groen - 1’ respectievelijk ‘specifieke vorm van groen - 2’.
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep als bedoeld in 5.1 is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technisch hulpbedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf, bed & breakfast-voorzieningen en dergelijke toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 teneinde een grotere vloeroppervlakte ten behoeve van inpandige statische opslag toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder e. ten behoeve van tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in, indien de daaraan ten grondslag liggende tijdelijke grote arbeidsbehoefte niet meer aanwezig is. Voorwaarde daarbij is dat alle voorzieningen ten behoeve van de tijdelijke huisvesting dienen te worden verwijderd.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder b. ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' toe te kennen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat:
waarbij ten aanzien van behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke waarden de binnen het gebied voorkomende akkercomplexen, steilranden en landschapselementen dienen te worden gehandhaafd. Ook mogen de openheid en/of het reliëf van de open en bolle akkers niet onevenredig worden aangetast. Voorts geldt dat:
waarbij ten aanzien van behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden:
waarbij ten aanzien van behoud en bescherming van grondwaterafhankelijke natuurwaarden ter plaatse van de aanduiding 'overig - natte natuur' de aan het gebied toegekende natuurwaarden, gekenmerkt door het aanwezig zijn van natuur waarin oppervlaktewater een rol speelt, dienen te worden beschermd;
waarbij ten aanzien van behoud en bescherming van aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'overig - aardkundig waardevol gebied' de aan het gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het aanwezig zijn van bijzondere aardkundige verschijnselen zoals dalglooiingen, steilranden en bodemovergangen, dienen te worden beschermd;
waarbij ten aanzien van behoud en bescherming van visueel ruimtelijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'overig - visueel waardevol besloten' de aan het gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het aanwezig zijn van bijzondere visueel ruimtelijke waarden zoals beslotenheid en bosrandzones, dienen te worden beschermd;
waarbij ten aanzien van behoud en bescherming van visueel ruimtelijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'overig - visueel waardevol open' de aan het gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het aanwezig zijn van bijzondere visueel ruimtelijke waarden zoals openheid en grootschalige ontginning, dienen te worden beschermd;
waarbij ten aanzien van het behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische en landschappelijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'overig - historisch geografisch waardevol gebied' het beleid is gericht op de historische verkavelingsstructuur en kleinschaligheid van het landschap;
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'overig - waterpotentiegebied' het beleid is gericht op behoud van potentiële natuurwaarden.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming, met dien verstande dat:
Voor het oprichten van bouwwerken, geldt het volgende:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 3 m. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 teneinde bouwwerken in de vorm van (lage en hoge) tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (TOV) op te kunnen richten, zoals wandelkappen, schaduwhallen en hagelschermen, met een maximale bouwhoogte van 2,5 m en tot een maximum van 1 hectare. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 6.6.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 6.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 6.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de doeleinden als opgenomen in 6.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 6.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
| criteria voor vergunningverlening | |
| het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; 3. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan aardkundige waarden in de gebied ter plaatse van de aanduiding 'overig - aardkundig waardevol gebied'; 4. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - kwetsbare soorten' dan wel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - attentiegebied ecologische hoofdstructuur ; 5. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - leefgebied struweelvogels' |
| het aanleggen van waterbassins / waterbergingen | 1. de aanleg van het waterbassin / waterberging is noodzakelijk in het kader van agrarische bedrijfsvoering; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden. Aantasting kan worden voorkomen door zorgvuldige inplanting; 3. er mag geen aantasting plaatsvinden van de verkeersveiligheid ter plaatse |
| het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | 1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; 3. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan aardkundige waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - aardkundig waardevol gebied'; 4. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - kwetsbare soorten' dan wel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - attentiegebied ecologische hoofdstructuur ; 5. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - leefgebied struweelvogels' |
| het vellen of rooien van houtgewas | er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overig - cultuurhistorisch waardevolle akkers en kampontginningen': - het beplanten van gronden met houtgewas in het kader van de agrarische wisselteelt (teelt van maximaal 5 jaar); - het diepploegen en diepwoelen van de bodem; het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem |
1. er mag geen aantasting plaatsvinden van het reliëfrijke karakter van de bolle akkers; 2. de openheid van de open akkers mag niet onevenredig worden aangetast |
| het aanbrengen van lage en hoge (voor zover het geen bouwwerken betreft) tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen uitsluitend zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden. Deze voorzieningen zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overig - kwetsbare soorten' dan wel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - attentiegebied ecologische hoofdstructuur | 1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf; 2. er mag geen blijvende schade worden aangericht aan het foerageergebied van de struweelvogels ter plaatse van de aanduiding 'overig - leefgebied struweelvogels'; 3. rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden als omschreven in 6.1; 4. het plaatsen van de voorzieningen mag geen afbreuk doen aan het functioneren van de (mogelijke) ecologische verbindingszone |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overig - kwetsbare soorten' dan wel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - attentiegebied ecologische hoofdstructuur : - het dempen van poelen, sloten en greppels; - het diepwoelen en diepploegen van de grond; het afgraven, ophogen of egaliseren van de grond |
1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; 2. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - attentiegebied ecologische hoofdstructuur : - het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 60 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; - de aanleg van drainage of het verlagen van de drainagebasis; - het verlagen van de waterstand door de aanleg van beregeningsinstallaties; - het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk |
de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overig - leefgebied struweelvogels': - het afgraven, ophogen of egaliseren van de grond |
1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; 2. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overig - historisch geografisch waardevol gebied': - het wijzigen van de perceelsindeling zoals die door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven; - het graven en dempen van waterpartijen en watergangen; - het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem |
1. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden; 2. de werkzaamheden dragen bij aan het herstel van verstoorde waarden (bijvoorbeeld het terugbrengen van bolle akkers) |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overig - beekdal': - het aanbrengen van houtopstanden; - het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem; - het diepploegen van de bodem; - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen; - het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen |
1. er mag geen aantasting plaatsvinden van de hydrologische eigenschappen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overig - waterpotentiegebied': - het aanbrengen van houtopstanden; - het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem; - het diepploegen van de bodem; - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen; - het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen |
1. er mag geen aantasting plaatsvinden van de hydrologische eigenschappen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de potentiële natuurwaarden |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overig - aardkundig waardevol gebied': - het diepploegen en diepwoelen van de bodem; - het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem; - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen; - het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen |
1. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het reliëf |
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' (artikel 4) ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van het bestemmingsvlak van de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' in combinatie met de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 4.6.2. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Recreatie' (artikel 14) teneinde een camping toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - attentiegebied ecologische hoofdstructuur wijzigen in de bestemming 'Natuur' (artikel 13). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten behoeve van de in 7.1 toegestane bedrijvigheid.
Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht binnen het betreffende bouwvlak.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67, met uitzondering van de bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| bedrijfsgebouwen algemeen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| oppervlakte bedrijfsbebouwing per specifieke aanduiding | ||
| aanduiding (met adres) | maximale bebouwde oppervlakte in m2 | |
| verkooppunt motorbrandstoffen met lpg (A67 ong.) | 308; luifel 560 | |
| specifieke vorm van bedrijf - grondverzetbedrijf (Antoniusstraat 34) | 480 | |
| caravanstalling (Waardjesweg 79) | 1.050 | |
| specifieke vorm van bedrijf - bloembinderij (Jan van Havenstraat 32) | 310 | |
| tuincentrum (Hazeldonk 12) | 1.520 | |
| transportbedrijf (Heesakkerweg / Waardjesweg) | 1.380 | |
| specifieke vorm van bedrijf - constructiewerkplaats (Kennisstraat 5) | 1.700 | |
| specifieke vorm van bedrijf - taxibedrijf (Laarbroek 10a/14) | 1.000 | |
| specifieke vorm van bedrijf - afslankinstituut (Marialaan 3a) | 150 | |
| specifieke vorm van bedrijf - compostbedrijf 1 (Meijelseweg 53) | 4.800 | |
| specifieke vorm van bedrijf - garage 1 (Meijelseweg 62) | 1.700 | |
| specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf 1 (Meijelseweg ong.) | 1.550 | |
| specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf 2 (Ommelsebos 3) | 305 | |
| specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf 3 (Kennisstraat 8) | 504 | |
| specifieke vorm van bedrijf - vleesverwerkingsbedrijf (Ommelsebos 5) | 31.302 | |
| specifieke vorm van bedrijf - garage 2 (Ommelsebos 15) | 750 | |
| specifieke vorm van bedrijf - opslag 1 (Patrijsweg 25) | 480 ten behoeve van het opslagbedrijf en 620 ten behoeve van het bedrijfsverzamelgebouw | |
| specifieke vorm van bedrijf - opslag 2 (Sengersbroekweg 1) | 395 | |
| specifieke vorm van bedrijf - potgrond en substraten (Stegen 1) | 8.000 | |
| specifieke vorm van bedrijf - opslag 3 (Valkenierstraat 4) | 325 | |
| specifieke vorm van bedrijf - opslag 4 (Venbergweg 6) | 500 | |
| specifieke vorm van bedrijf - compostbedrijf 2 (Venbergweg 7/8/9) | 2.800 | |
| hovenier (Voorste Heusden 10) | 4.060 | |
| specifieke vorm van bedrijf - mechanisatiebedrijf (Jan van Havenstraat 42) | 400 | |
| specifieke vorm van bedrijf - metaalverwerking (Behelp 1) | 300 | |
| specifieke vorm van bedrijf - roofvogeldemonstratiecentrum (Waardjesweg 15) | 692 | |
| bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| inhoud | maximaal 750 m3 (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam / bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|
| vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m2 |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 1,5 m | 25 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
| bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
| oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
| bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwaterzuivering' (Waardjesweg ong.) in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de oppervlakte van bedrijfsbebouwing en de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bepalingen gelden:
en waarbij geldt dat herbouw van bestaande bedrijfswoningen uitsluitend is toegestaan indien en voor zover:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van de in 7.2.3 opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.3 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg en/of de voorgeschreven minimum afstand tot een perceelsgrens te verkleinen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.3 teneinde herbouw van de bedrijfswoning buiten de bestaande fundamenten toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.3 teneinde herbouw van een cultuurhistorisch waardevol pand toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Als met de bestemming strijdig gebruik geldt in ieder geval gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep als bedoeld in 7.1 is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 voor het toelaten van een andere vorm van bedrijvigheid ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van bedrijf - vleesverwerkingsbedrijf', waarbij meerdere bedrijven zijn toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een ander dan in 7.1 voor het perceel voorgeschreven niet-agrarische bedrijvigheid toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 18) waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 18) waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij in twee woningen - door woningsplitsing - kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Bedrijf - Agrarisch verwant' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten behoeve van de in 8.1 toegestane bedrijvigheid.
Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht binnen het betreffende bouwvlak.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| bedrijfsgebouwen algemeen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| oppervlakte bedrijfsbebouwing per specifieke aanduiding | ||
| aanduiding | maximale bebouwde oppervlakte in m2 | |
| specifieke vorm van bedrijf - bijenhouderij (Nachtegeaalweg 4) | 136 | |
| specifieke vorm van bedrijf - paardenhandel (Deurneseweg 39) | 2.200 | |
| specifieke vorm van dienstverlening - dierenpension 1 (Diesdonk 41) | 540 + 56 m2 overkapping | |
| specifieke vorm van bedrijf - agrarisch loonbedrijf 1 (Busserdijk 9) | 1.207 | |
| specifieke vorm van bedrijf - agrarisch loonbedrijf 2 (Diesdonkerweg 5) | 900 | |
| specifieke vorm van bedrijf - hoefsmederij (Dijkstraat ong.) | 150 | |
| specifieke vorm van dienstverlening - dierenpension 2 (Keizersdijk 20) | 920, waarvan 350 m2 buitenrennen | |
| specifieke vorm van bedrijf - loonwerk en grondverzetbedrijf (Kleine Heitrak 36) | 450 | |
| specifieke vorm van dienstverlening - dierenpension 3 (Laarbroek 4) | 345 | |
| specifieke vorm van bedrijf - paardenpension (Laarbroek 5 / Keskesweg 20) | 2.621 | |
| specifieke vorm van bedrijf - paardenkliniek (Meijelseweg 39) | 151 | |
| sierteelt (Reeweg / Dijkstraat ong.) | loods: 90; kassen: 675 |
|
| specifieke vorm van dienstverlening - dierenpension 4 (Smientweg 8) | 550 | |
| specifieke vorm van bedrijf - agrarisch loonbedrijf 3 (Voordeldonk 97) | 2.900 | |
| bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| inhoud | maximaal 750 m3 (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam / bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|
| vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m2 |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 1,5 m | 25 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
| bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
| oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
| bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'sierteelt' in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m.
en waarbij geldt dat herbouw van bestaande bedrijfswoningen uitsluitend is toegestaan indien en voor zover:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van de in 8.2.3 opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.3 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg en/of de voorgeschreven minimum afstand tot een perceelsgrens te verkleinen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.3 teneinde herbouw van de bedrijfswoning buiten de bestaande fundamenten toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.3 teneinde herbouw van een cultuurhistorisch waardevol pand toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Als met de bestemming strijdig gebruik geldt in ieder geval gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep als bedoeld in 8.1 is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een ander dan in 8.1 voor het perceel voorgeschreven semi-agrarische bedrijvigheid toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 18) waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 18) waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning of (woon)boerderij in twee woningen - door woningsplitsing - kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming met een maximale bebouwingshoogte van 2 m, met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van informatievoorzieningen en entreevoorzieningen zijn toegestaan tot een hoogte van 3 m.
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 9.4.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 9.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de doeleinden als opgenomen in 9.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 9.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
| vergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor vergunningverlening |
| het verwijderen van houtopstanden | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer |
| het diepploegen en diepwoelen van de bodem | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'geomorfologische waarde' |
| het graven, ophogen en egaliseren van de bodem ter plaatse van de aanduiding 'geomorfologische waarde' | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het reliëf |
| het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half-verhardingen | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; 2. de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden; 3. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'geomorfologische waarde' |
| het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'geomorfologische waarde' |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': - het wijzigen van de perceelsindeling zoals die door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven; - het graven en dempen van waterpartijen en watergangen; - het graven, ophogen en egaliseren van de bodem |
1. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden; 2. de werkzaamheden dragen bij aan het herstel van verstoorde waarden (bijvoorbeeld het terugbrengen van bolle akkers) |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die direct aansluiten op de gronden met de bestemming 'Recreatie' (artikel 14), waarop de recreatieve voorziening schietterrein (Polderweg ong.) is toegestaan, te wijzigen in de bestemming 'Recreatie' teneinde een beperkte vergroting van het schietterrein en de oppervlakte van bebouwing toe te kunnen staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.
Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden opgericht binnen het betreffende bouwvlak.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| hoofdgebouwen | |
| afstand tot de perceelsgrens | min. 3 m |
| totale oppervlakte gebouwen | max. 600 m2 |
| inhoud bedrijfswoning | max. 750 m3 |
| goothoogte | max. 5,5 m |
| bouwhoogte | max. 10 m |
| bijgebouwen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| gezamenlijke oppervlakte | n.v.t. | 80 m2 |
| oppervlakte per bijgebouw | n.v.t. | 17 m2 |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| hoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
| hoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
| hoogte overkappingen | 3 m |
| oppervlakte overkappingen | 150 m2 |
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen:
De voor 'Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| kasteelbebouwing met de daarin aanwezige woningen | max. |
| inhoud per woning | 500 m3 |
| aantal woningen | 9 |
| goothoogte | 4,5 m |
| bouwhoogte | 12 m |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m |
| totale oppervlakte bebouwing | bestaande oppervlakte + maximaal 5% |
| vrijstaande bijgebouwen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 30 m2 |
| in maximaal 3 gebouwen totaal | n.v.t. | 270 m2 |
| afstand bijgebouwen tot het hoofdgebouw | 3 m | 25 m |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 4,5 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| hoogte erfafscheidingen | 2 m |
| hoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4,5 m |
| hoogte ruïne | 12 m |
| oppervlakte ruïne | bestaand |
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.2 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg en/of de voorgeschreven minimum afstand tot een perceelsgrens te verkleinen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep als bedoeld in 11.1 is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 11.5.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 11.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 11.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de doeleinden als opgenomen in 11.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 11.5.4 de toetsingscriteria weergegeven.
| vergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor vergunningverlening |
| - verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem; - dempen van grachten, vijvers of andere wateren; - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2. |
er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van het landgoed dan wel een vermindering van de mogelijkheden voor het herstel van deze waarden; voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden' mogen de werkzaamheden geen blijvende aantasting van de natuurwaarden tot gevolg hebben. |
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat per hectare verhard oppervlak dat wordt aangelegd of gebouwd, binnen het plangebied ten minste 430 m3 aan voorzieningen ten behoeve van regenwater-piekopvang dient te worden gerealiseerd.
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.
Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden opgericht binnen het betreffende bouwvlak.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| hoofdgebouwen | |
| afstand tot de perceelsgrens | min. 3 m |
| totale oppervlakte gebouwen | max. 1.100 m2 |
| goothoogte | max. 5,5 m |
| bouwhoogte | max. 10 m |
| afstand tot de perceelsgrens | min. 3 m |
| bijgebouwen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| gezamenlijke oppervlakte | n.v.t. | 80 m2 |
| oppervlakte per bijgebouw | n.v.t. | 17 m2 |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| hoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
| hoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
| hoogte overkappingen | 3 m |
| oppervlakte overkappingen | 150 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing.
De nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het oog op de volgende belangen:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming met een maximale bebouwingshoogte van 2 m, met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van informatievoorzieningen en entreevoorzieningen zijn toegestaan tot een hoogte van 3 m.
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 13.4.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 13.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 13.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de doeleinden als opgenomen in 13.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 13.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
| vergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor vergunningverlening |
| het verwijderen van houtopstanden | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer |
| het diepploegen en diepwoelen van de bodem | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'geomorfologische waarde' |
| het graven, ophogen en egaliseren van de bodem ter plaatse van de aanduiding 'geomorfologische waarde' | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het reliëf |
| het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half-verhardingen | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; 2. de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden; 3. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'geomorfologische waarde' |
| het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'geomorfologische waarde' |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': - het wijzigen van de perceelsindeling zoals die door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven; - het graven en dempen van waterpartijen en watergangen; - het graven, ophogen en egaliseren van de bodem |
1. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden; 2. de werkzaamheden dragen bij aan het herstel van verstoorde waarden (bijvoorbeeld het terugbrengen van bolle akkers) |
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten behoeve van de in 14.1 toegestane activiteiten.
Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht binnen het betreffende bouwvlak. In afwijking hiervan is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hertenkamp' een dierenverblijf buiten het bouwvlak toegestaan.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| bedrijfsgebouwen algemeen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| goothoogte ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie - pension 2 (Gezandebaan 44) | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie - pension 2 (Gezandebaan 44) | n.v.t. | 6 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| oppervlakte bedrijfsbebouwing per specifieke aanduiding | ||
| aanduiding | maximale bebouwde oppervlakte in m2 | maximale bebouwde oppervlakte in m2 ondersteunende horeca |
| specifieke vorm van recreatie - handboogschietterrein (Beekstraat 30) | 150 | n.v.t. |
| specifieke vorm van recreatie - minicamping met trekkershutten (Tureluurweg 7) | 67 m2 per trekkershut | |
| verenigingsleven (Dennendijk 2) | 50 | n.v.t. |
| specifieke vorm van recreatie - hondenoefenterrein (Dennendijk ong.) | 0 | n.v.t. |
| specifieke vorm van recreatie - manege met minicamping (Gezandebaan 31) | 6.400 | foyer 1e verdieping: 225; eetzaal 1e verdieping: 75 |
| specifieke vorm van recreatie - visvijver (Gezandebaan ong.) | 60 | n.v.t. |
| specifieke vorm van recreatie - schietterrein (Heesakkerweg ong. / Polderweg) | 18 | n.v.t. |
| specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein 1 (Kranenvenweg 10) | 500 | 100 |
| specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein 2 (Gezandebaan 29) | 1.110 | 160 |
| specifieke vorm van recreatie - pension 1 (Meijelseweg 54) | 390 | n.v.t. |
| kampeerboerderij (Oostappensdijk 32, Kokmeeuwenweg 22) | 700 | n.v.t. |
| zorgboerderij (Achtermijterbaan 7) | 250 | n.v.t. |
| speelvoorziening (Den Wingerd ong.) | 0 | n.v.t. |
| volkstuin | 20, alsmede 10 m2 per perceel ten behoeve van teeltondersteunende voorzieningen | n.v.t. |
| bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| inhoud | maximaal 750 m3 (inclusief aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam / bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|
| vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m2 |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
| afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning | 1,5 m | 25 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| bouwhoogte erfafscheidingen | 1 m voor de voorgevel, elders 2 m |
| bouwhoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
| oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
| bouwhoogte lichtmasten | 9 m |
| bouwhoogte ballenvanghekken | 7,5 m |
| bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' (Dennendijk 2) in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen geldt dat de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 3 m, en;
waarbij voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein 1' (Kranenvenweg 10) aanvullend de volgende bouwregels gelden:
| stacaravans | max. | |
| toegestane aantal | 150 | |
| oppervlakte per stacaravan | 35 m2 | |
| bouwhoogte | 3,5 m | |
en;
waarbij voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein 2' (Gezandebaan 29) aanvullend de volgende bouwregels gelden:
| trekkershut | max. | |
| toegestane aantal | 15 | |
| oppervlakte per trekkershut | 20 m2 | |
| bouwhoogte | 6 m | |
en;
waarbij voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein 3' (Behelp 13) aanvullend de volgende bouwregels gelden:
| bedrijfsgebouwen | max. | |
| goothoogte | 5 m | |
| bouwhoogte | 7 m | |
| recreatieruimte | 322 m2 | |
| speelboerderij / horecaplein | 900 m2 | |
| materialenloods | 402,5 m2 | |
| receptie | 30 m2 | |
en;
| lodges/stacaravans | max. | |
| toegestane aantal | 15 | |
| oppervlakte per lodge | 27 m2 | |
| bouwhoogte lodge | 6 m | |
| oppervlakte per stacaravan | 50 m2 | |
| bouwhoogte stacaravan | 4 m | |
en;
waarbij voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'visvijver' (Gezandebaan ong.) aanvullend en in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, de volgende bouwregels gelden:
| schuilgelegenheden | max. |
| toegestane aantal | 2 |
| oppervlakte per schuilgelegenheid | 30 m2 |
| goothoogte | 2,5 m |
| bouwhoogte | 5 m |
en;
waarbij voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' aanvullend en in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte en goothoogte van bedrijfsgebouwen, de volgende bouwregels gelden:
| gebouwen | min. | max. |
| goothoogte gereedschapshok | n.v.t. | 3,5 m |
| dakhelling gereedschapshok | 20o | 40o |
| bouwhoogte teeltondersteunende voorzieningen | n.v.t. | 2,5 m |
en;
waarbij voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' aanvullend en in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels gelden:
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| erfafscheidingen tussen de volkstuinen onderling | 1 m |
| erfafscheidingen rondom het volkstuinencomplex | 2,5 m |
| overige op de bestemming gerichte voorzieningen, zoals bonenstaken, netten en druivenranken | 2,5 m |
| overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2 m |
en;
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hertenkamp' (Reeweg 3) voor een dierenverblijf de volgende bouwregels gelden:
| gebouwen | max. | |
| oppervlakte | 110 m2, bestaande uit één gebouw van 80 m2 en één gebouw van 30 m2 | |
| goothoogte | 3 m | |
| bouwhoogte | 5,5 m | |
en;
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'manege' (Reeweg 3) de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 15 m mag bedragen;
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - jurytoren' (Reeweg 3) de oppervlakte van de jurytoren niet meer dan 30 m2 mag bedragen, en;
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - veldschuur' (Reeweg 3) de oppervlakte van de veldschuur niet meer dan 120 m2 mag bedragen, en;
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logiesruimten' (Reeweg 3) maximaal 10 verblijfseenheden zijn toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 240 m2, en;
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - landschappelijke inpassing' (Reeweg 3) uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van erfafscheidingen zijn toegestaan, waarvoor uitsluitend een open constructie is toegestaan en waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.3 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg en/of de voorgeschreven minimum afstand tot een perceelsgrens te verkleinen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.3 teneinde de voorgeschreven maximale bebouwde oppervlakte in m2 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schietterrein' te vergroten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.3 teneinde de voorgeschreven maximale bebouwde oppervlakte in m2 te vergroten, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schietterrein' waarvoor het bepaalde in 14.3.2 van overeenkomstige toepassing is. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen:
Voor de camping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein - 1' geldt dat de bestemming gericht is op de bedrijfsmatige exploitatie van de camping als eenheid. Van de bebouwde oppervlakte mag maximaal 100 m2 worden gebruikt als verkoopvloeroppervlakte.
Voor de camping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein - 2' geldt dat aan de camping ondergeschikte detailhandel is toegestaan tot een maximum oppervlakte van 100 m2. Voorts mag de vloeroppervlakte ten behoeve van receptie en sanitaire ruimte niet meer bedragen dan 530 m2.
Voor de camping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein - 3' geldt dat aan de camping ondergeschikte detailhandel is toegestaan tot een maximum oppervlakte van 100 m2.
Voor de manege ter plaatse van de aanduiding 'manege' is ondersteunende horeca toegestaan, met dien verstande dat de ondersteunende horecafunctie maximaal 620 m2 mag bedragen, waarbij de volgende onderverdeling van toepassing is:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hertenkamp' is uitsluitend een hertenkamp toegestaan, waarbij geldt dat het hertenkamp wordt ingericht overeenkomstig het inrichtingsplan en vervolgens aldus in stand gehouden dient te worden. Onder het inrichtingsplan wordt verstaan het 'Inrichtingsplan Hertenkamp', gedateerd 25 oktober 2013, zoals opgenomen als onderdeel in bijlage Beplantingsplannen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - landschappelijke inpassing':
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep als bedoeld in 14.1 is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.4.5 onder a en de ondersteunende horeca uitbreiden tot maximaal 1.200 m², mits:
Het is verboden op de ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden' dan wel 'specifieke vorm van recreatie - landschappelijke inpassing' gelegen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 14.6.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 14.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 14.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de doeleinden als opgenomen in 14.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 14.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
| vergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor vergunningverlening |
| het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half-verhardingen | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; 2. de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - beschermingszone attentiegebied ecologische hoofdstructuur mits het de bestemmingsvlakken betreffen, gelegen aan de Gezandebaan (visvijver en manege): - het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 60 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; - de aanleg van drainage of het verlagen van de drainagebasis; - het verlagen van de waterstand door de aanleg van de beregeningsinstallaties; - het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk |
de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast |
| het verwijderen van houtopstanden | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden |
Burgemeester en wethouders kunnen de in 14.1 toegestane recreatieve voorzieningen toestaan de bedrijfsactiviteiten te wijzigen in één van de volgende dag- en verblijfsrecreatieve activiteiten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Wonen' (artikel 18) waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, waarbij de volgende regels gelden:
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 5 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| gebouwen | min. | max. |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| goothoogte | n.v.t. | 5 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
| dakhelling | n.v.t. | 50o |
| inhoud clubhuis ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' | n.v.t. | 3.000 m3 |
| inhoud schuur ter plaaste van de aanduiding 'opslag' | n.v.t. | 1.000 m3 |
| schuilgelegenheden | min. | max. |
| gezamenlijke oppervlakte | n.v.t. | 40 m2 |
| oppervlakte per schuilgelegenheid | n.v.t. | 5 m2 |
| bouwhoogte | n.v.t. | 2,5 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| hoogte erfafscheidingen | 1,5 m |
| bouwhoogte ballenvangers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - driving range' | 8 m |
| bouwhoogte overkapping ten behoeve van het afslagpunt ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsvleven' | 5 m |
| oppervlakte overkapping ten behoeve van het afslagpunt ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsvleven' | 420 m2 |
| bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van extensief recreatief medegebruik, zoals zitbanken, afvalbakken, borden e.d. | 2,5 m |
| bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de aanleg van de noodzakelijke inrichting van de gronden.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.2 teneinde een bouwhoogte van 10 m voor een overkapping ten behoeve van het afslagpunt van de driving range toe te staan, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld niet wordt geschaad en geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2.2 teneinde een bouwhoogte van 8 m voor lichtmasten ten behoeve van de lichtvoorziening van de driving range toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
In ieder geval geldt als strijdig met de bestemming gebruik en/of laten gebruiken van:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.5 onder d voor het houden van golfwedstrijden anders dan golfclinics en golfclubwedstrijden, met dien verstande dat:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 15.7.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 15.7.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 15.7.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de doeleinden als opgenomen in 15.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 15.7.4 de toetsingscriteria weergegeven.
| vergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor vergunningverlening |
| het verwijderen van houtopstanden | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer |
| het diepploegen en diepwoelen van de bodem | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer |
| het graven, ophogen en egaliseren van de bodem | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- en natuurbeheer; 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het reliëf |
| het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half-verhardingen groter dan 100 m2 | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van gronden dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; 2. de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden |
| het graven, dempen dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels, dan wel het uitvoeren van werkzaamheden welke direct of indirect de grondwaterstand beïnvloeden | de waterhuishoudkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast |
| het aanbrengen van ondergrondse leidingen | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden |
| uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': - het wijzigen van de perceelsindeling zoals die door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven; - het graven en dempen van waterpartijen en watergangen; - het graven, ophogen en egaliseren van de bodem |
1. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden; 2. de werkzaamheden dragen bij aan het herstel van verstoorde waarden (bijvoorbeeld het terugbrengen van bolle akkers) |
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, alsmede gebouwen ten dienste van openbare nutsvoorzieningen.
Gebouwen ten dienste van openbare nutsvoorzieningen dienen aan het volgende te voldoen:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 15 m.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming met een maximale bebouwingshoogte van 2 m.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat per bestemmingsvlak maximaal één woning is toegestaan.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
| bouwwerken algemeen | min. | max. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - stroomweg' aangeduide weg | 100 m tot de rijksweg A67; 50 m tot overige stroomwegen |
n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - gebiedsontsluitingsweg' aangeduide weg | 30 m | n.v.t. |
| afstand tot de as van de als 'specifieke vorm van verkeer - lokale weg' aangeduide weg | 15 m | n.v.t. |
| woning | min. | max. | |
| afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. | |
| goothoogte | n.v.t. | 7 m | |
| bouwhoogte | n.v.t. | 10 m | |
| inhoud hoofdgebouw, inclusief aangebouwde bijgebouwen | n.v.t. | 600 m3 | |
met dien verstande dat indien de bestaande inhoud van een hoofdgebouw inclusief aangebouwde bijgebouwen, meer bedraagt dan 600 m3, de inhoud niet meer mag bedragen dan de bestaande inhoud. Indien de woning een bestaande woonboerderij betreft, geldt de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam / bouwmassa als maximum. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - ruimte voor ruimte' mag de inhoud van een hoofdgebouw inclusief aangebouwde bijgebouwen niet meer bedragen dan 1.000 m3. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - ruimte voor ruimte aangepast' mag de inhoud van een hoofdgebouw inclusief aangebouwde bijgebouwen niet meer bedragen dan 900 m3.
| vrijstaande bijgebouwen bij woning | min. | max. |
| gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m2 |
| goothoogte | n.v.t. | 3 m |
| bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
| afstand achter de de voorgevel (en het verlengde daarvan) van de woning | 5 m | n.v.t. |
| afstand bijgebouwen tot de woning | 1,5 m | 25 m |
| bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. |
| hoogte erfafscheidingen | voor voorgevelrooilijn: 1 m overige: 2 m |
| hoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
| oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
| hoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
waarbij herbouw van bestaande woningen uitsluitend is toegestaan indien en voor zover:
en;
waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - saneringslocatie' in afwijking van het in het vorengaande bepaalde, de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen bij de woning niet meer dan 200 m2 mag bedragen.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte van de bijgebouwen te vergroten, mits voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Ten behoeve van het stimuleren van sloop van overtollige bebouwing kan bevoegd gezag met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2 teneinde de maximale inhoud van een burgerwoning te vergroten tot een inhoud van ten hoogste 900 m3. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2 teneinde de voorgevel van een te herbouwen woning te kunnen plaatsen buiten de bestaande fundamenten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2 teneinde herbouw van een cultuurhistorisch waardevol pand toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg en/of de voorgeschreven minimum afstand tot een perceelsgrens te verkleinen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Als met de bestemming strijdig gebruik geldt in ieder geval het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep als bedoeld in 18.1 is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' zijn voorzieningen ten behoeve van een bed & breakfast toegestaan, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - opslag 1', 'specifieke vorm van wonen - opslag 2' (Brand 19), 'specifieke vorm van wonen - opslag 3' (Pannenhoef 3) en 'specifieke vorm van wonen - opslag 4' (Dijkstraat 54a) is opslag in bestaande voormalige bedrijfsgebouwen toegestaan, waarbij de volgende maximale oppervlakte ten behoeve van opslag in acht genomen dient te worden:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1 teneinde kleinschalig kamperen en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1 teneinde als nevenactiviteit bij een woning, bed & breakfast-voorzieningen en dergelijke toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.4.1 onder a. ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat woningsplitsing van een bestaande woning kan worden toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarische bedrijfslocatie' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - Agrarisch verwant' (artikel 8) teneinde een agrarisch verwant bedrijf dan wel een agrarisch technisch hulpbedrijf toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarische bedrijfslocatie' wijzigen teneinde de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - opslag 1' aan de gronden toe te kennen, zodat - naast het gebruik ten behoeve van de woonfunctie - hergebruik van de bedrijfsbebouwing toe te kunnen staan voor inpandige statische opslag. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarische bedrijfslocatie' wijzigen in de bestemming 'Recreatie' (artikel 14) teneinde hergebruik van de bebouwing toe te staan voor dag- en verblijfsrecreatieve activiteiten. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarische bedrijfslocatie' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' (artikel 7) teneinde gebruik van de aanwezige bebouwing toe te staan voor niet-agrarische bedrijven. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een gastransportleiding, een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de in 19.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leiding, zoals meet- en regelkasten, afsluiterputten en dergelijke.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat. Dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen door bevoegd gezag een advies ingewonnen bij de leidingbeheerder. Voorts zijn de regels van de andere op deze gronden liggende bestemming(en) van toepassing.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 19.4.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 19.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 19.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de in 19.4.4 opgenomen toetsingscriteria.
| criteria voor vergunningverlening | |
| - het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; - het uitvoeren van graafwerkzaamheden; - het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen; - het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; - het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; - het vellen of rooien van houtgewas. |
door de genoemde werken en werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet worden aangetast. Dienaangaande vraagt bevoegd gezag advies van de leidingbeheerder. |
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een 150 kV hoogspanningsleiding, een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de in 20.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leiding, zoals meet- en regelkasten, hoogspanningsmasten en dergelijke.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat. Dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen door bevoegd gezag een advies ingewonnen bij de leidingbeheerder. Voorts zijn de regels van de andere op deze gronden liggende bestemming(en) van toepassing.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 20.4.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 20.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de in 20.4.4 opgenomen toetsingscriteria.
| criteria voor vergunningverlening | |
| - het aanbrengen van hoogopgaande beplanting en/of bomen; - het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m; - het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren; - het ophogen en egaliseren, bodemverlagen of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte. |
door de genoemde werken en werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet worden aangetast. Dienaangaande vraagt bevoegd gezag advies van de leidingbeheerder. |
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een afvalwaterleiding, een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de in 21.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leiding, zoals meet- en regelkasten, afsluiterputten en dergelijke.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat. Dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen door bevoegd gezag een advies ingewonnen bij de leidingbeheerder. Voorts zijn de regels van de andere op deze gronden liggende bestemming(en) van toepassing.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 21.4.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 21.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 21.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de in 21.4.4 opgenomen toetsingscriteria.
| criteria voor vergunningverlening | |
| - het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; - het uitvoeren van graafwerkzaamheden; - het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen; - het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; - het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; - het vellen of rooien van houtgewas. |
door de genoemde werken en werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet worden aangetast. Dienaangaande vraagt bevoegd gezag advies van de leidingbeheerder. |
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een waterleiding, een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de in 22.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leiding, zoals meet- en regelkasten, afsluiterputten en dergelijke.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat. Dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen door bevoegd gezag een advies ingewonnen bij de leidingbeheerder. Voorts zijn de regels van de andere op deze gronden liggende bestemming(en) van toepassing.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 22.4.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 22.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 22.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de in 22.4.4 opgenomen toetsingscriteria.
| criteria voor vergunningverlening | |
| - het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; - het uitvoeren van graafwerkzaamheden; - het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen; - het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; - het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; - het vellen of rooien van houtgewas. |
door de genoemde werken en werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet worden aangetast. Dienaangaande vraagt bevoegd gezag advies van de leidingbeheerder. |
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op of in deze gronden aanwezige en/of te verwachten archeologische monumenten. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Het is verboden te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie - 1' (mede) bestemde gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Bevoegd gezag is bij omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in 23.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen indien en voor zover:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren over een oppervlakte groter dan 100 m2 en dieper dan 0,4 m beneden maaiveld:
Het verbod als bedoeld in 23.5.1 is niet van toepassing indien de werken of werkzaamheden:
De in 23.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de bescherming van de archeologische waarde(n) op grond waarvan de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
Op de voorbereiding van een besluit omtrent toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op of in deze gronden aanwezige en/of te verwachten archeologische monumenten. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Het is verboden te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie - 2' (mede) bestemde gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Bevoegd gezag is bij omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in 24.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen indien en voor zover:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren over een oppervlakte groter dan 250 m2 en dieper dan 0,4 m beneden maaiveld:
Het verbod als bedoeld in 24.5.1 is niet van toepassing indien de werken of werkzaamheden:
De in 24.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de bescherming van de archeologische waarde(n) op grond waarvan de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
Op de voorbereiding van een besluit omtrent toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de op of in deze gronden aanwezige en/of te verwachten archeologische monumenten. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Het is verboden te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie - 3' (mede) bestemde gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Bevoegd gezag is bij omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in 25.2.1 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen indien en voor zover:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren over een oppervlakte groter dan 2.500 m2 en dieper dan 0,4 m beneden maaiveld:
Het verbod als bedoeld in 25.5.1 is niet van toepassing indien de werken of werkzaamheden:
De in 25.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de bescherming van de archeologische waarde(n) op grond waarvan de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
Op de voorbereiding van een besluit omtrent toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen, mag op of in deze bestemming begrepen gronden niet worden gebouwd.
Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2 teneinde het bouwen ten behoeve van de overige aldaar voorkomende bestemmingen toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarde moet zijn voldaan:
Op of in de voor 'Waterstaat - Meanderzone' bestemde gronden geldt voor zover van toepassing de Keur van het Waterschap Aa en Maas en het waterbeheerplan van het Waterschap Aa en Maas.
Voorafgaand aan de realisering / meandering van de waterloop (Eeuwelse loop) inclusief onderhouds- / beschermingsstrook dient advies te worden ingewonnen van de beheersinstantie van de betreffende watergang.
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van de gronden.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 2 m worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 teneinde het bouwen ten behoeve van de overige aldaar voorkomende bestemmingen toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in het schema onder 27.4.4 opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 27.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 27.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de in 27.4.4 opgenomen toetsingscriteria.
| criteria voor vergunningverlening | |
| - het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; - het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling; - het aanleggen, dempen of wijzigen van oppervlaktewateren; - het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; - het aanbrengen of wijzigen van kaden. |
door de genoemde werken en werkzaamheden mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van het waterbergend vermogen van de gronden. Dienaangaande vraagt bevoegd gezag advies van het waterschap. |
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, met een maximale bouwhoogte van 3 m.
Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 28.2 voor de bouw van bouwwerken voor zover deze zijn toegestaan binnen de andere daar voorkomende bestemming(en), mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn geen nieuwe geurgevoelige functies toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' is het niet toegestaan dieper te boren dan 30 m beneden maaiveld, behoudens een daartoe strekkende vergunning van de provincie Noord-Brabant.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' zijn de volgende functies niet toegestaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element.
Op de in 32.4.1 bedoelde gronden wordt de maximaal toegestane bouwhoogte bepaald door het hanteren van de volgende formule:
H(max) = (x/n) + 3
H = de maximaal toegestane bebouwingshoogte in meters;
x = de afstand van het bouwwerk tot de molen in meters;
n = 140 voor open gebied, 75 voor ruw gebied, 50 voor gesloten gebied.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 32.4.2 teneinde hogere bouwwerken op te richten overeenkomstig de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, mits de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hiervoor dient vooraf advies te zijn ingewonnen bij een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke ter zake deskundige.
Het is verboden op de in 32.4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de in het schema in 32.4.6 opgenomen vergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het in 32.4.4 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 32.4.4 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de in onderstaand schema opgenomen criteria:
| Vergunningplichtige werken / werkzaamheden | Criteria voor verlening van de vergunning |
| het beplanten met bomen, heesters en andere hoogopgaande beplanting | indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen als werktuig en beeldbepalend element niet onevenredig wordt aangetast. Hiervoor dient vooraf advies te zijn ingewonnen bij een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke ter zake deskundige |
| het ophogen van gronden | indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen als werktuig en beeldbepalend element niet onevenredig wordt aangetast. Hiervoor dient vooraf advies te zijn ingewonnen bij een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke ter zake deskundige |
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' mag, in afwijking van hetgeen binnen de diverse bestemmingen is toegestaan, de bouwhoogte van bouwwerken de hoogte van 65 m + NAP niet overschrijden.
Bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 32.5.1 ten behoeve van een hogere bouwhoogte, onder de voorwaarde dat de radar niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. Hierover dient vooraf schriftelijk advies te worden ingewonnen bij de beheerder van de radar (de regionale directie van de Dienst Vastgoed Defensie van het Ministerie van Defensie).
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg - 1' mag in de bebouwingsvrije zone (0 tot 50 m van de weg) niet worden gebouwd.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg - 2' mag in de overlegzone (50 tot 100 m van de weg) alleen worden gebouwd na een positief advies van de wegbeheerder.
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - beperkingen veehouderij' is:
Het bepaalde in 32.8.1 is niet van toepassing indien er sprake is van een grondgebonden veehouderij, waarbij het bepaalde in 4.2.3 in acht genomen wordt.
In afwijking van hetgeen is bepaald in artikel 1.26 ten aanzien van bestaande bebouwing, wordt onder bestaande bebouwing als bedoeld in 32.8.1 onder b. verstaan de bebouwingsoppervlakte van de:
Bevoegd gezag kan, mits niet reeds op grond van een andere bepaling omgevingsgvergunning voor afwijking kan worden verleend, bij omgevingsvergunning afwijken van de in het plan opgenomen maatvoerings- en situeringseisen ten aanzien van bebouwing, met dien verstande dat maximaal 10% van de in deze regels vastgelegde maatvoerings- en situeringseisen mag worden afgeweken, mits deze afwijking noodzakelijk is uit functioneel of architectonisch oogpunt en mits het landelijk karakter van het gebied, alsmede binnen de bestemming opgenomen waarden niet onevenredig worden aangetast.
Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken teneinde het tijdelijk gebruik van de gronden binnen de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Agrarisch - Glastuinbouwgebied', 'Agrarisch met waarden', 'Bedrijf', 'Bedrijf - Agrarisch verwant', 'Horeca', 'Maatschappelijk' en 'Recreatie' voor evenementen toe te staan, anders dan evenementen die betrekking hebben op grond van het binnen de bestemming toegestane gebruik. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan, mits niet reeds op grond van een andere bepaling omgevingsgvergunning voor afwijking kan worden verleend, bij omgevingsvergunning afwijken van het plan voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwtjes van openbaar nut, zoals telefooncellen, wachthuisjes, gasreduceerstations en schakelstations, mits de inhoud niet meer dan 50 m3 en de goothoogte niet meer dan 3 m bedraagt.
Bevoegd gezag kan, mits niet reeds op grond van een andere bepaling omgevingsgvergunning voor afwijking kan worden verleend, bij omgevingsvergunning afwijken van het plan teneinde aan het buitengebied gebonden bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toe te kunnen staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het plan voor het bouwen van zendmasten, zoals antennemasten voor mobiele telefonie, tot een bouwhoogte van maximaal 40 m. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen teneinde een bestemming 'Wonen' én eventueel (een deel van) de omliggende gronden om te zetten in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' (artikel 4), ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden binnen 100 m grenzend aan de bestemming 'Water' met de nadere aanduiding 'ecologische waarde' ten behoeve van beekherstel wijzigen in de bestemming 'Natuur' (artikel 13). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overig - zoekgebied waterberging' wijzigen teneinde ten behoeve van de opvang van water de gronden mede te bestemmen voor waterberging. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden binnen de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Agrarisch - Glastuinbouwgebied', 'Agrarisch met waarden' en/of de bestemming 'Verkeer' wijzigen ten behoeve van de aanleg van landschapselementen en/of bos dan wel de verplaatsing van bestaande landschapselementen en/of bos. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Natuur' (artikel 13) ten behoeve van natuurontwikkeling. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Bos' (artikel 9) dan wel 'Natuur' (artikel 13) ten behoeve van de ontwikkeling van ecologische verbindingszones. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' aan gronden en/of opstallen toe te kennen dan wel deze aanduiding te verwijderen van gronden en/of opstallen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden dan wel beperkingen:
Ter voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van de in dit plan aan burgemeester en wethouders toegekende wijzigingsbevoegdheden, wordt de procedure gevolgd zoals opgenomen in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk gebouwen of delen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' te (doen) slopen.
Het onder 36.1.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De in 36.1.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk wordt toegebracht aan de te beschermen architectonsiche of cultuurhistorische waarden. Dienaangaande wordt advies ingewonnen bij een onafhankelijke terzake deskundige.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Asten 2016'.
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente ……….. van ..............
Mij bekend,
de raadsgriffier.