direct naar inhoud van 4.3 Geluidhinder
Plan: Asten Dijkstraat 61 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02012008-VS01

4.3 Geluidhinder

De Wet geluidhinder (Wgh) is van toepassing op woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen (onder meer onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere gezondheidszorggebouwen) en geluidsgevoelige terreinen (onder meer woonwagenstandplaatsen). Uit art. 74 Wgh vloeit voort dat in principe alle wegen voorzien zijn van een geluidzone, met uitzondering van wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied of wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. De zonebreedte is afhankelijk van het gebied (stedelijk of buitenstedelijk) en het aantal rijstroken. Binnen de zones moet een akoestisch onderzoek worden verricht. De voorkeursgrenswaarde voor woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en terreinen bedraagt in die zone op de buitengevel 48 dB (art. 82 Wgh).

Het plangebied ligt ingeklemd tussen de wegen Dijkstraat en Hoekstraat. Door DBa consultants is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit akoestische onderzoek d.d. 26 november 2011 met rapportnummer AR 9989/3 behoort als bijlage bij onderhavige bestemmingsplantoelichting.

Uit dit akoestisch onderzoek blijkt het volgende:

In de directe omgeving staan 3 agrarische bedrijven. De agrarische ontwikkelingsmogelijkheden

van die bedrijven mogen door de komst van de woning niet worden beperkt.

  • De woning komt staan binnen de geluidszone van de Dijkstraat en daarom moet ook aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder worden voldaan.
  • Het voorliggende akoestisch rapport onderzoekt de geluidsaspecten van de agrarische inrichtingen en het verkeerslawaai en beoordeelt de resultaten in samenhang met de komst van de woning.
  • Van de 3 inrichtingen Dijkstraat 56, Hoekstraat 2 en Hoekstraat 4 zijn de milieudossiers onderzocht. Hieruit is komen vaststaan dat de komst van de nieuwe woning aan de 3 inrichtingen qua geluidsbelasting geen extra beperking oplegt.
  • Het verkeer op de Dijkstraat veroorzaakt op de voorgevel van de woning een geluidsbelasting Lden = 56 dB. De maximale ontheffingswaarde wordt hiermee overschreden en een geluidsscherm is om redenen van landschappelijke en financiële aard niet gewenst. Ook het terugbrengen van de geluidsbelasting van de voorgevel naar de voorkeurswaarde 48 dB is in deze situatie niet mogelijk.
  • Om de nieuwe woning toch te kunnen realiseren, zonder in conflict te komen met de geluidnormstelling, moet de voorgevel als een akoestisch dove gevel worden uitgevoerd. (Een dove gevel is in de zin van de Wet geluidhinder (Art. 1b lid 5 Wet geluidhinder ) géén gevel zodat niet aan de geluidnormstelling hoeft te worden getoetst. In een dove gevel mogen zich, in een verblijfsruimte, geen te openen delen bevinden).
  • Het naar voren plaatsen van de garage, aansluitend aan de rechter zijgevel, verlaagt op de begane grond de geluidsbelasting van de rechter zijgevel en de achtergevel.
  • De geluidsbelasting Lden van de achtergevel bedraagt maximaal 32 dB. Aan de voorwaarde dat voor het verlenen van ontheffing een geluidluwe gevel aanwezig moet zijn wordt hiermee voldaan. Geadviseerd wordt voor de linker en rechter zijgevels respectievelijk tot Lden = 51 en 52 dB ontheffing te vragen.
  • Na het verkrijgen van ontheffing tot de genoemde hogere waarden zal met een gevelberekening nog worden aangetoond dat de externe scheidingsconstructie van de nieuwe woning een voldoende geluidwering biedt.

Het wijzigen van de bestemming van de voormalige agrarische bedrijfswoning in de bestemming woondoeleinden levert geen nieuwe woning op; immers dezelfde woning zal worden gebruikt voor de woonfunctie, zij het niet door een agrariër maar door een voormalig agrariër dan wel een burger.