direct naar inhoud van 4.2 Bodem- en grondwaterkwaliteit
Plan: Asten Dijkstraat 61 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02012008-VS01

4.2 Bodem- en grondwaterkwaliteit

In het kader van het onderhavige plan wordt binnen het plangebied nieuwe bodemgevoelige functies toegelaten in de vorm van 2 woningen. Voordat door middel van dit bestemmingsplan deze nieuwe functies mogelijk worden gemaakt zal er inzicht moeten zijn of de bodem- en grondwaterkwaliteit een dergelijke bebouwing en gebruik ook mogelijk maken.

Öko-care BV heeft op 31 oktober 2012 een rapportage (rapportnummer RS10868A) overlegd naar de bodem- en grondwaterkwaliteit binnen het plangebied . Het vooronderzoek is hierbij verricht conform de NEN 5725 en het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5740.

De conclusies uit het bodemrapport luiden als volgt:

"Op grond van de analyseresultaten van het grondwatermonster, wordt de hypothese 'niet-verdachte locatie' verworpen. Er mag echter worden aangenomen, dat er geen sprake is van een relevante verontreinigingssituatie op de onderzoekslocatie. Gezien het gebruik van de locatie en de resultaten van de grondmonsters kan worden gesteld, dat er geen sprake is van een grondwaterverontreiniging ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten. Vervolgonderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd, dat er geen belemmeringen van milieukundige aard bestaan voor de voorgenomen nieuwbouw op de onderzoekslocatie.

Ten aanzien van de verhoogde concentratie zware metalen in het grondwater kan nog het volgende worden opgemerkt. In de regio worden vaker verhoogde concentraties van enige metalen in het grondwater aangetroffen. Deze verhoogde waarden worden voornamelijk veroorzaakt door van nature sterk fluctuerende concentraties van metalen in het grondwater. Ook bij het eerder uitgevoerde onderzoek op de locatie (zie paragraaf 2.3) werden in het grondwater verhoogde concentraties voor enige metalen aangetroffen. Op grond van de voorliggende resultaten wordt geadviseerd het “bovenste” grondwater niet voor consumptie van mens noch dier te gebruiken ”

Ten aanzien van eventueel bij bouwwerkzaamheden vrijkomende grond geldt, dat indien de grond elders zal worden gebruikt, deze te allen tijde onderzocht dient te worden conform de regels van het Besluit bodemkwaliteit om zo de definitieve hergebruikmogelijkheden vast te stellen. Wanneer de grond vrijkomt binnen een locatie en in een later stadium onbewerkt weer binnen hetzelfde perceel wordt hergebruikt, geldt geen aanvullende onderzoeksinspanning.

Voor de volledige inhoud van het onderzoek, wordt verwezen naar de rapportage die onderdeel uitmaakt van de planstukken.